Beste stads- en dorpsgenoten, De wereld is een surrealistische verblijfsplaats geworden. Dat geldt ook voor onze gemeente. Het is onvoorstelbaar hoe (de terechte angst voor) een virus, dat tot voor kort een klein probleem in China leek, nu onze samenleving bijna totaal ontwricht heeft. En het meest fnuikend is dat we met z’n allen totaal geen idee hebben over hoe en wanneer dit gaat eindigen. Hoelang gaan de berichten over het aantal ziekenhuisopnamen en het aantal slachtoffers nog door? Hoelang nog, voordat we onze naasten en geliefden weer kunnen bezoeken en omhelzen? Hoelang nog lege winkelstraten, gesloten cafés en annuleringsberichten van evenementen?
Nog nimmer in de laatste decennia is het bestaan en de bestaanszekerheid van zoveel mensen onzeker geweest. Allereerst zijn er, natuurlijk, de meest kwetsbare mensen waarvoor het virus een directe levensbedreiging vormt. Daarnaast is er de enorme economische en materiële schade als gevolg van deze crisis. Het is schrijnend om te zien hoe bijvoorbeeld hardwerkende ondernemers alles wat ze hebben opgebouwd, dreigen kwijt te raken. Tegelijkertijd vragen veel werknemers zich af of hun contract nog wordt verlengd, of ze over een tijdje nog werk en een inkomen hebben. We gaan een onzekere tijd tegemoet nu onze maatschappij frontaal is gebotst op het Coronavirus.
Toch zijn er in deze tijden ook nog kleine lichtpuntjes die het benoemen waard zijn. Als eerste ben ik blij met de grotere waardering die er lijkt te ontstaan voor mensen die werken in de publieke sector. Nu veel kinderen thuis zitten ervaren veel ouders aan den lijve hoeveel energie het vraagt om dag in dag uit goed onderwijs te geven aan onze kinderen. Verder kunnen we dagelijks op televisie volgen hoe personeel in de zorg een indrukwekkend gevecht levert om levens te redden.
Ik hoop dat wij als samenleving (met name de politiek) deze waardering langer weten vast te houden dan de duur van deze crisis en dat we de wensen van mensen die werkzaam zijn in de publieke sector serieuzer gaan nemen dan dat we dat de afgelopen jaren hebben gedaan.
Ook in mijn directe werkomgeving zie ik bewonderenswaardige veerkracht en aanpassingsvermogen. Hoewel de gemeente Harlingen in de aanpak van deze crisis geen grote rol speelt, werken onze medewerkers, soms op aangepaste wijze, door om de effecten van de crisis hier zoveel als mogelijk te beperken.
Voor het bedrijfsleven, groot en klein, is er een set maatregelen gepubliceerd die naar verwachting ook nog wel verruimd zal worden, afhankelijk van hoe de crisis zich ontwikkelt. We proberen nog steeds volop medewerking te verlenen aan bouwprojecten in de stad, om deze sector zoveel als mogelijk te ontzien, en de medewerkers van de buitendienst werken gewoon door aan een prettige openbare ruimte, ook al ervaart u die nu vaker vanachter uw voorraam.
Ook het gebiedsteam is nog steeds bereikbaar en probeert ondertussen veel mensen van hulp en ondersteuning te voorzien. Zo wordt er bijvoorbeeld in samenspraak met scholen, Veilig Thuis en jeugdzorg gekeken hoe we kinderen die zich in kwetsbare situaties bevinden het best kunnen helpen. Daar hebben ze nu de handen vol aan.
We proberen er dus als gemeente Harlingen nog steeds voor u te zijn, ook al is het niet altijd meer mèt u. Laten we er ook in onze gemeenschap voor elkaar blijven zijn. Laten we oog hebben voor de mensen die we niet altijd meer zien. Samen komen we beter door, en sterker uit deze crisis.
Hein Kuiken