De Statenfractie van GrienLinks wil van het college weten wat de consequenties zijn van een overeenkomst tussen de provincie en het zoutbedrijf Frisia (Esco), die getekend is in 2012. Jochem Knol: “Door het ondertekenen van deze brief verplichtte de provincie zich ‘er alles aan te doen om de transitie mogelijk te maken’ van zoutwinnen onder land naar zoutwinnen onder de Waddenzee. Wij zijn benieuwd of de zoutfabriek aanspraak kan maken op grond van deze overeenkomst op rechten om weer onder land zout te gaan winnen als de zoutwinning onder het Wad stop moet worden gezet.”
Door Frisa/Esco wordt sinds 2020 zout gewonnen in de Waddenzee nabij Harlingen. De winning onder de Waddenzee verloopt anders dan gepland en begint op steeds meer terreinen lastige vragen op te werpen: over de plek van boren, de wijze van boren, de hoeveelheid zout die omhoog gehaald wordt, de effecten op de natuur, de monitoring van de effecten, de relatief snelle bodemdaling, de effecten op de zeedijk bij Harlingen en last but not least, de houdbaarheid van het hand-aan-de-kraanprincipe. Jochem Knol: “In de brief was sprake van een ‘ruil’. Als de overheden deze toezegging deden door middel van het tekenen van de brief, dan zou Frisia/Esco de aanvraag voor een winningsvergunning voor Barradeel Oost (een winput onder land) onherroepelijk intrekken”. De brief is in mei 2012 vastgesteld in de Staten en door Gedeputeerde Staten vervolgens ondertekend en teruggestuurd. Lees hier onze vragen daarover in 2013.
Jochem Knol: “We waren destijds ook al niet gelukkig met die overeenkomst, omdat we vonden dat een overheid altijd alle belangen tegen elkaar moet kunnen afwegen. Door zo’n overeenkomst met een bedrijf te sluiten, maak je het jezelf moeilijker om dat vrij te kunnen doen. We maken ons nu dan ook zorgen over de consequenties van die belofte in 2012. Want een andere mogelijkheid is dat, als de zoutwinning onder de Waddenzee onmogelijk wordt gemaakt door het Rijk, maar ook de zoutwinning onder land onmogelijk wordt gemaakt door de diverse overheden, Esco/Frisia dan mogelijkheden ziet om op grond van die overeenkomst toch zoutwinning onder de Waddenzee af te dwingen. We horen graag wat het college hiervan vindt.”