In opdracht van Frisia Zout bv. begon ingenieursbureau Antea deze week met de aanleg van een uitgebreid meetnet in Harlingen. Het meetnet zal in een vroegtijdig stadium vaststellen of en in hoeverre de stad met bodemdaling en scheefstelling te maken krijgt. Met meetresultaten van het uitgebreide meetnet moet te herleiden zijn wat mogelijke oorzaken zijn van de veranderingen in de Harlinger bodem. Naast de winning van zout onder de Waddenzee zijn er meer menselijke ingrepen die tot veranderingen kunnen leiden. Los daarvan daalt de bodem van Harlingen ook al autonoom, namelijk zo’n 2 centimeter in 25 jaar.
Op vier locaties in Harlingen bracht Antea al meetapparatuur aan. Het gaat om waterspanningsmeters aan de Rommelhaven, Zoutsloot en het Franekereind en een tiltmeter in de Fabrieksstraat. In januari 2021 wordt ook op de camperplaats bij de Tjerk Hiddessluizen nog een tiltmeter geplaatst.
De tiltmeters worden op de stabiele pleistocene laag geplaatst, op 20 tot 25 meter diepte onder het maaiveld. Tiltmeters meten mogelijke scheefstand (deformatie) in het pleistoceen. Wanneer over een aantal jaren in deze aardlaag scheefstand optreedt, is die tot zoutwinning onder de Waddenzee te herleiden.
De waterpeilbuis op de Rommelhaven steekt 16 tot 17 meter diep. De waterspanningsmeters aan de Zoutsloot en het Franekereind worden minder diep geplaatst, en meten dus bewegingen in de ondiepere bodem. Wanneer in deze aardlaag uit een jonger tijdvak veranderingen worden gemeten hebben die een andere oorzaak dan zoutwinning, zoals bijvoorbeeld het grondwaterpeil dat verlaagd wordt.
In januari plaatst Antea ook nog tiltmeters in kelders van woningen aan de Zoutsloot en Rommelhaven. Iedere kelder krijgt vier meters, op elke hoek een. Het is de bedoeling dat elke Harlinger de meetgegevens kan inzien en volgen.