Dinsdag 2 november tussen 6 en 9 uur is in het radioprogramma ‘Fryslân fan ‘e moarn’ een interview te horen met Jarig Langhout, voorzitter van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen (SBHH).
Directe aanleiding hiervoor is het feit dat vanaf 1 november schade door zoutwinning wordt afgehandeld door de landelijke Commissie Mijnbouwschade. Vorig jaar vroeg de SBHH aan de Commissie om mee te denken over de inrichting van het Aanvullend Meetnet in de Harlinger binnenstad. “Mocht er in Harlingen namelijk schade ontstaan, dan gaat de Commissie Mijnbouwschade onderzoek doen naar een oorzakelijk verband met de zoutwinning. In Harlingen lag de kans het Meetnet zó in te regelen, dat het precies díe gegevens zou leveren die de Commissie voor haar onderzoek nodig heeft. Maar de Commissie wilde het gesprek niet aan”, vertelt Jarig Langhout. “Voor ons als bevolking is het Aanvullend Meetnet een belangrijke veiligheidswaarborg. Dan is het teleurstellend dat juist de Commissie die schade door zoutwinning gaat afhandelen daar niets mee wil. Ook voor Frisia Zout denken wij, want die investeerde op verzoek van de bevolking al enkele tonnen in dat extra Meetnet.”
In het interview komt ook de wens van de SBHH voor een robuuster landelijk Waarborgfonds Mijnbouwschade aan de orde. In gesprek met de SBHH, op 1 september, toonde minister Stef Blok zich hier ontvankelijk voor. Maar in antwoord op Kamervragen antwoordde de minister onlangs dat hij toch geen aanleiding ziet voor aanvulling van het huidige fonds. Die aanleiding ziet de SBHH wel: de huidige € 250.000 volstaat niet om alle schade van mijnbouwactiviteiten te vergoeden wanneer geen mijnbouwbedrijf of rechtsopvolger meer aanspreekbaar is. “Kijk naar de schade door de steenkoolwinning in Limburg. Bijna 50 jaar nadat de winning werd gestopt ontstaat alsnog schade. Daar moet je als overheid van leren dat je ook bij gas- en zoutwinning op toekomstige schade moet anticiperen”, vindt de stichting. Meer hierover valt te lezen op www.sbhh.nl