Tot en met 2 december brengt de Harlinger galerie De Vis werk van twee kunstenaars die landschappen op het schilderslinnen terugbrengen tot hun essentie: Harrie Gerritz en Johan Haanstra. Twee stilisten voor wie het landschap een onuitputtelijke bron van inspiratie is, maar die maar weinig nodig hebben om dat te verbeelden.
Harrie Gerritz (1940) balt in heldere, expressieve kleuren een horizon, een kerktoren en bomen samen in een verzameling horizontale en verticale lijnen en geometrische vormen. Zijn ‘geconstrueerde landschappen’ weerspiegelen zijn opleiding als grafisch vormgever aan de Academie voor Beeldende Kunst in Arnhem. Maar de sobere vormen hebben wel degelijk een verhaal te vertellen. ‘Ze staan altijd weer in een ander verband tot elkaar, ze vertellen elke keer een ander verhaal. Soms is het onderwerp duidelijk: dat groen is nog altijd een strook aarde, dat blauw een lucht, onmiskenbaar een landschap. Maar wat is de essentie van dat landschap, van jezelf? De essentie van jezelf is dat je tot het landschap behoort’.
Wat voor Harrie Gerritz geldt, geldt ook voor Johan Haanstra (1914-1991). De broer van cineast Bert Haanstra verlegde zijn aandacht gaandeweg van portretkunst (hij mocht onder meer de jonge koningin Juliana portretteren) naar wandschilderingen, mozaïeken en baksteenreliëfs. Als hij tegen zijn pensioen loopt vestigt hij zich in Fryslân. Dan volgt een wedergeboorte: non-figuratieve doeken in heldere kleuren, ongebonden en vrij. Met een uitgebalanceerd samenspel van vlakken in allerlei vormen en ‘schoongewaaide kleuren’ roept hij de sfeer van het Friese landschap op. Zo groeit hij uit tot een bekende en breed gewaardeerde representant van het Fries expressionisme.
De expositie is te zien van 8 oktober tot en met 2 december. De galerie is geopend op vrijdag van 13.00-16.00 uur en ‘s zaterdags van 11.00-16.00 uur; daarbuiten op afspraak.