Nu de feestmaand december weer achter ons ligt wordt bij veel clubs en verenigingen het werk weer opgepakt. Zo ook bij de vrijwilligers van het radiolichtschip Jenni Baynton in de haven van Harlingen. Met de speciale uitzending rond het einde van de zeezenders 50 jaar geleden werd afgelopen september het seizoen 2024 afgesloten. De studio’s werden afgeschakeld en de verblijven voor de bemanning schoongemaakt en opgeruimd. Voor de vrijwilligers van het hospitality-team zat voor 2024 de klus erop.
Dat was het moment dat het onderhoudsteam de vrije hand weer kreeg. Gedurende het seizoen zijn ook zij hard aan het werk, maar vooral buiten. De klussen binnen moeten inderdaad wachten tot het najaar. Inmiddels zijn we januari en is er alweer flink wat werk verzet. In een vorig leven is het schip ooit ontdaan van de waterdichte schotten en vanaf 2020 zijn de noeste werkers al bezig om die terug te bouwen. Net na de jaarwisseling is de laatste laselektrode daaraan besteed. Het schip kent nu achter het aanvaringsschot drie waterdichte compartimenten. Daarmee is een grote wens in vervulling gegaan, immers de zeewaardigheid is enorm toegenomen.
Binnen het team van medewerkers zit naast mensen die van allerlei markten thuis zijn ook een verscheidenheid aan specialisten. Zijn het bij het bouwen van het schot, het repareren van knevels en het vervangen van de originele tui-spanners vooral de lassers en bankwerkers die zich kunnen uitleven, er zijn ook andere klussen. Zo is een elektricien aan boord die de gehele elektrische installatie van boeg tot spiegel naloopt en op veel plaatsen vervangt. Het is een onderneming die al vele maanden duurt en waar ook nog de nodige uren in gaan zullen zitten. Er lopen in totaal kilometers kabel door het schip die vanuit de wal-aansluiting gevoed kunnen worden, maar ook vanuit de generatoren als het schip bijvoorbeeld op zee ligt.
Een onderhoudsklus waar geen einde aan komt, zeker bij een schip op zout water, is het schilderen. Uiteraard wordt er het hele “buitenseizoen” , lente, zomer en herfst, aan de romp en de dek-opbouw gewerkt, maar ook in de winter is er werk zat. Vanaf oktober zijn ze begonnen om van voor naar achter alles in de verf te zetten. Als eerste hebben ze wat kleinere ruimtes als een hut en een hal met het luik naar het vooronder gedaan. Inmiddels is een van de twee grotere vertrekken, de kettingbakruimte, al voor een groot deel van een frisse laag verf voorzien. De kettingbakken zijn inderdaad “bakken” waar de zware kettingen voor het ankeren in werden opgevangen. Er waren 3 van die bakken en daarvan is er nog een, die van het hoofdanker, in gebruik. De ruim 100 meter lange 4 cm-ankerdamketting die aan het hoofdanker vastzit ligt op een georganiseerde bult klaar voor gebruik. Om het anker en uiteraard de ketting uit te brengen zijn twee methoden. Voor op het dek bij de ankerkluizen waar doorheen de ketting naar buiten gaat, staan kettingstoppers waarmee je de ketting op slot kunt zetten. Wanneer je die losmaakt en de ankerlier op “vrij” zet valt het anker in zee en trekt de ketting mee. Dat gaat met donderend geweld waarbij horen en zie je vergaat. In de kettingbakruimte zie je een uur niks van het stof.
Op de Jenni Baynton doet men het meestal iets beschaafder omdat ze de tijd hebben. Het lichtschip heeft geen voortstuwing en moet dus altijd gesleept worden. Tijdens het ankeren worden ze in de juiste positie gehouden door de sleepboot en kunnen de ketting rustig “uitpompen” met de lier. Dan gaat het geleidelijk en beheersbaar.
Zij hebben deze kettingbakruimte zodanig ingericht dat er prima in kleine groepen vergaderd kan worden of in combinatie met andere ruimtes een expositie kan worden gehouden. De bak met de indrukwekkende bult ketting ligt centraal in de ruimte en een hekwerk zorgt dat er niemand per ongeluk in kan vallen.
De kettingbakruimte wordt begrensd door een van de net herplaatste waterdichte schotten. Aangezien men niet op zee ligt kan het schot gerust even tijdelijk niet waterdicht zijn en is de (hermetisch afsluitbare) deur open gezet. Dat is wel zo makkelijk, want je stapt zo van de kettingbakruimte via de trap in de grote ruimte die ooit plaats gaf aan de generatoren en compressoren die voor het lichtschip van levensbelang waren. In deze ruimte mogen de schilders zich straks gaan uitleven. Alles moet voor het begin van het seizoen fris in de verf gezet worden. Deze ruimte kan voor talloze doelen gebruikt worden. Vergaderingen, presentaties, colleges, tentoonstellingen, akoestische concerten en radio-uitzendingen.
Dit vertrek wordt weer begrensd door een waterdicht schot. Daar zit eveneens een afsluitbare deur in die toegang geeft tot de werkplaats en de accommodatie (hutten voor 12 mensen). Als je in de kettingbak-, en grote ruimte staat, bevindt je je onder de waterspiegel. De diepgang van het 45 meter lange schip is 3.25 meter ! Wanneer je vanuit de accommodatie de trap opgaat naar boven sta je weer “hoog en vooral droog”. Daar zijn de messroom, de kombuis, toiletten en een aantal studio’s gevestigd. Op die etage is ook een documentatiecentrum ingericht waar foto’s, films en boeken zijn te vinden over lichtschepen en zendschepen. Deze verdieping moet ook weer geverfd worden, maar dat staat voor volgend winterseizoen op de planning.
De vrijwilligers werken de hele winter naar een stip op de horizon namelijk de vrijdag en zaterdag na Hemelvaart. Dan houden ze traditiegetrouw de open dagen die meteen ook de aftrap zijn voor het seizoen waarin het schip weer met regelmaat evenementen huisvest, open is voor het publiek en soms zelfs naar zee gaat. Dan komt het hospitality-team weer in actie om iedereen met open armen te ontvangen.
De stichting Vrienden van het Lichtschip heeft een leuke groep vrijwilligers die af en toe wordt aangevuld met mensen die het schip bezoeken en worden besmet met het lichtschip-virus. Ook de vrijwilligersbank van Connexa (vroeger de Skûle) wijst regelmatig nieuwe medewerkers de weg.
Als u dus deze winter in Harlingen over de haven of de Zuiderpier loopt en eigenlijk wel eens een kijkje aan boord zou willen nemen, weet dan dat vanaf de vrijdag na Hemelvaart de vrijwilligers weer voor u klaarstaan. Tot dan wordt er koortsachtig doorgewerkt om zo goed mogelijk voor de dag te komen.