De Stichting Bescherming Historisch Harlingen (SBHH) vraagt extra veiligheidsgaranties, nu Frisia Zout de productie wil verhogen van 32 naar 45 miljoen ton zout. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft de aanvraag van het zoutwinbedrijf in behandeling. In het kader van de besluitvorming krijgen partijen als de gemeente Harlingen en de provincie Fryslân gelegenheid om te adviseren. “De SBHH levert daar graag inhoudelijke input voor”, zegt voorzitter Jarig Langhout van de stichting.
Voor de uitbreiding moeten de kaders en voorwaarden van een winningsvergunning voor Frisia Zout opnieuw worden vastgesteld. Dat biedt ook ruimte om nieuwe inzichten te implementeren. “Onder de huidige vergunning mag de zoutwinning 2 cm bodemdaling veroorzaken tot in de veerhaven”, zegt Langhout. “Frisia is ervan overtuigd dat dat veilig kan, maar de ondergrond is onvoorspelbaar. Nu de winningslocaties lijken te veranderen, pleiten wij er voor om de kritieke grens van 2 cm bodemdaling verder buiten de kust te leggen, namelijk op 500 meter afstand. Daarmee sluit je schade aan gebouwen in de stad uit. Dat zal woningeigenaren zeker geruststellen.”
Voor het onverhoopte geval dat toch schade zal ontstaan wil de SBHH twee garanties: een financiële zekerheidsstelling van Frisia voor na-ijlende schade én toepassing van omgekeerde bewijslast naar Groninger model. “Kortweg betekent dat: is er schade in het effectgebied van de zoutwinning, dan vergoedt Frisia Zout dat. Makkelijker, menselijker en milder kan het niet. Frisia is daartoe bereid, wij willen het graag en ambtenaren van het ministerie van KGG zijn ermee akkoord. We pleiten er daarom voor dat minister dit Groninger schademodel inderdaad van toepassing verklaart op (de zoutwinning in) de gemeente Harlingen.”
