Omgevingsdienst FUMO heeft een op afstand bestuurbaar bootje gekocht. Niet voor de lol, maar om de diepte van de waterbodem te meten. Want bij het aanleggen van vijvers of het baggeren en uitdiepen van sloten, kanalen en havens is het belangrijk dat er niet te diep wordt gegraven. Afgelopen week hebben de toezichthouders van de FUMO het bootje voor het eerst in gebruik genomen.
Waterbodem in kaart brengen
Het op afstand bestuurbare bootje is een peilbootje. Het vaartuigje heeft een lengte van slechts 30 centimeter, maar zit vol techniek. Toezichthouder Gerrie Kremer heeft de afgelopen maanden flink geoefend met het peilbootje om te leren hoe je op de juiste manier meet en de resultaten analyseert. “Het bootje stuurt onder water een geluidssignaal naar de bodem en vangt het teruggekaatste signaal weer op. Zo bepalen we de diepte. We kunnen de hele waterbodem driedimensionaal in kaart brengen. Dan zie je of er dingen onder water liggen die er niet thuishoren. Dat laatste hoort niet direct bij onze rol als toezichthouder. Maar als we iets zien, dan geven we het door zodat er direct wat aan gedaan kan worden.”
Wat is de werkelijke diepte?
Voor het aanleggen van waterpartijen of het verlagen van de waterbodem gelden regels. Die staan in de provinciale ontgrondingenverordening. Wil je in Fryslân onder water de bodem verlagen, dan heb je een vergunning nodig als je dieper dan 2 meter gaat. Daarmee willen we het grondwater beschermen. Ga je minder diep, dan hoef je alleen een melding te doen. De FUMO houdt toezicht op naleving van de regels.
“We maken mee dat een initiatiefnemer zegt maximaal tot 1,90 meter in de waterbodem te graven maar toch veel dieper gaat. Dat bespaart kosten voor een vergunningaanvraag, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling,” vertelt collega-toezichthouder Roelof Zijlstra. “Tot voor kort konden we alleen de diepte meten met een touwlint langs de kant. Met het peilbootje kunnen we heel precies de werkelijke diepte vaststellen.”
Eerste controle
Gerrie en Roelof hebben het peilbootje onlangs voor het eerst gebruikt om bij een scheepsbouwer de diepte van de invaarhaven te meten. Het bedrijf heeft een vergunning voor het uitdiepen van de haven. Met het peilbootje hebben de toezichthouders gecontroleerd of de diepte overeenkomt met de voorschriften in de vergunning. En dat bleek het geval te zijn.