Kantelproef van eerste reddingboot in serie van twaalf
De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij testte vrijdag 29 september de zelfrichtende capaciteit van de nieuwe reddingbootklasse Chaterina D voor het reddingstation Vlieland. De test vond plaats in Harderwijk bij de werf Palfinger Marine, die de 7,5 meter lange reddingboot heeft gebouwd.
De reddingboten van de KNRM worden ontworpen en gebouwd om alle denkbare weersomstandigheden te kunnen doorstaan. De Chaterina D-klasse heeft ook het zelfrichtend vermogen om na kapseizen weer in de normale positie terug te komen. Daarvoor is de boot voorzien van een opblaasbare kantelzak op het hekwerk achter op de boot. Mocht het schip over de kop gaan, dan kan de bemanning het mechanisme activeren door aan een koord te trekken. Hierdoor blaast de airbag zich op. De luchtzak, die dan onder water zit, wil naar boven en keert daarmee de boot om. De stabiliteitstest wordt bij elke nieuwe boot gedaan. Zo heeft de bemanning de kans het mechanisme in werking te zien.
Chaterina D-klasse
In opdracht van de KNRM worden de komende jaren 12 nieuwe reddingboten gebouwd van een 7,5 meter klasse. De Chaterina D is de eerste boot van een nieuwe klasse, die in 2023 in de vaart komt. De reddingboot vervangt de Atlantic 75-klasse, die vooral op de Waddenzee en het IJsselmeer door de KNRM wordt ingezet. De naam van de boot is bepaald door de schenkers van de reddingboot.
De eerste Chaterina D-reddingboot kan gebouwd worden dankzij een schenking aan de KNRM door Chaterina Hollenga en Dick Veen. Bij de KNRM is het gebruikelijk dat de naamgeving van de reddingboot aan de schenking is verbonden. Schenkers bij leven worden altijd nauw betrokken bij de bouw van hun reddingboot. Vandaar dat de schenkers ook de kiellegging verrichtten. Voor de volgende 11 reddingboten van deze klasse hebben al tien schenkers toegezegd de bouw te bekostigen. Ook zij geven de reddingboot een naam naar hun wens.
Vlootvernieuwing en duurzaamheid
Voor deze Chaterina D-klasse van 7,5 meter wordt voor het eerst een aluminium romp gebruikt. Het ontwerp daarvoor werd gemaakt door Palfinger Marine uit Harderwijk. De constructie omvat bovendien de seats voor de bemanning en de console waarin alle navigatie- en communicatieapparatuur is verwerkt. Op de romp komt een opblaasbare rubber rand, waardoor de boot een echte ‘rigid inflatable boat’ wordt, zoals vrijwel alle KNRM-reddingboten zijn. De voortstuwing gebeurt met twee buitenboordmotoren van 115 pk elk. Scheepsbouwer ‘Bouw en Techniek’ in Dronrijp heeft de romp van de reddingboot gebouwd. De afbouw vindt plaats bij Palfinger Marine in Harderwijk.
Aan deze kantelproef is bijna drie jaar van voorbereiding voorafgegaan. Er is gekozen voor bouwen in aluminium, dat beter recyclebaar is dan het polyester van de oude generatie boten. De motoren zijn viertaktmotoren die stiller zijn, vele malen zuiniger en minder CO2-uitstoot geven. Ook de ergonomie is aangepast op de lichaamsbouw van de huidige bemanningsleden, die vergeleken met 40 jaar geleden een stuk langer is.
Het grote vlootvernieuwingsplan waar deze reddingboot deel van uitmaakt heeft jaren van overleg en onderzoek gekost. Behalve de 12 reddingboten van de Chaterina D-klasse, moeten de komende 15 jaar nog zo’n 60 reddingboten worden gebouwd ter vervanging van de huidige vloot.